vrijdag 8 november 2013

Stadsversiering

Stadsversiering

“Onvrede in Deventer door strikte naleving reclameregels.” Dan frons je toch de wenkbrauwen in een stad waar onze ambtenaren en politici zich op verschillende podia bezorgd zag uitspreken over de leegstand in Deventer.

Het gaat er bij mij niet in dat zij de aankleding van de stad door ondernemers inderdaad als een serieus probleem ervaren. Dat er tegen opgetreden zou moeten worden, in tijden dat ze zelf de hanging baskets niet meer kunnen betalen. We hebben toch met zijn allen één doel: de leukste winkelstad van Nederland zijn en blijven?

Ziet u die vergaderingen voor u? Ik niet . Agendapunt 1: Is de knuffelhond aan het tafeltje aan de Overstraat nu wel of niet een reclameuiting? Agendapunt 2: Hoeveel stickers mogen er op de etalageruit van Koning Willem zitten? En gaat er een ambtenaar daadwerkelijk met een meetlint het tafeltje de maat nemen waar die vrolijke bloemen op staan. Nee sorry, 2 centimeter te breed? Het gaat er bij mij gewoon niet in dat ondernemers die nog niet bij de pakken neerzitten, die nog wél vol energie vlaggen en borden ophangen om bezoekers tot het einde van de Nieuwstraat te verleiden, dat juist die kanjers tegengewerkt worden door regels en controlerend ambtenaren. Ik wil dit niet aanvaarden. Natuurlijk moeten hulpdiensten door de straat kunnen rijden. Dat is alleen geen kwestie van regels, maar van gezond verstand en hart voor de (winkel)stad. Desnoods rijdt de brandweer in geval van nood dat 2 cm te brede tafeltje gewoon omver. Goed dus dat we daar stevig over in gesprek gaan.

Maar – beste winkeliers - dat wil niet zeggen dat alles moet kunnen. Moet die bakfiets van het Volkshuis nu écht structureel voor de prullenbak staan zodat je er niet meer bij kunt? En wees eens eerlijk, Kijk Mij!, je eigen bakfiets pontificaal voor de zaak parkeren heeft toch weinig met straatversieren te maken? Ik ben laatst ook nog tegen een ‘reclamescooter’ aangebotst. Dat maakt een winkelstad niet leuk.

Want het zijn de creatieve buitenetalages, uithangborden en andere aandachtstrekkers die Deventer de sfeer geven die haar doen uitstijgen boven de gemiddelde stad met zijn schreeuwerige Blokkers, Bart Smitten en een Hema. Ik kan het weten. Het is mijn vak als mysteryshopper om op dit soort zaken te letten. En ik zie heel veel andere steden. Deventer moet het echt niet hebben van gemiste precariorechten en andere reclamebelasting. OZB-gebruiksheffing van winkelpanden die leeg komen te staan: dat merk je pas in je begroting. Laten we daar op sturen. Laten we Deventer zo leuk maken dat toeristen die nieuwe toeristenbelasting fluitend betaald. Dán zijn we succesvol.

Deventer mag zich gelukkig prijzen met ondernemers die de rokerige Spijkerboogsteeg omturnen tot de Umbrella street, ondernemers die zorgen voor reclameborden die de sfeer van de historische binnenstad versterken, zoals de klassieke fietsen van Ot & Sien. Bij de toegangsroutes naar de stad brengen deze mij en menig ander direct in de juiste stemming. Ondernemers die schoenen goud willen spuiten om de straat te versieren die worden in Deventer toch niet tegengehouden? Daar organiseer je een schoeneninzameling voor op de Leeuwenbrug!

donderdag 3 oktober 2013

Zelf doen..

Thijs Groente & Fruit op de Zaterdagmarkt op de Brink
Terugkomfactor: zeker / misschien / nooit meer


Ik zoek mijn spullen graag zelf uit. Ook op de markt. Ik ben nu eenmaal kieskeurig.

"Mag ik deze vier wilde perziken van u?"
"Ja hoor" en met een geroutineerde greep vult de marktvrouw een zak met vier andere.
"Oh, ik bedoelde eigenlijk deze."
"Het is niet de bedoeling dat klanten overal aanzitten. Dat zou toch wat zijn als iedereen overal maar aanzat.. dat is dan 2 euro"
Ik leg 'mijn' perziken dus maar terug en reken af.

Buiten het gedrang aan de kraam controleer ik de oogst. Eén heeft behoorlijk diepe open kloven. Precies daarom zoek ik ze liever zelf uit.

"Mag ik deze perzik ruilen, hij is beschadigd"
"Ja hoor geen probleem. Geef maar hier en pak een ander"

Het was een collega van 'mijn' verkoopster. Die laatste komt ook aanlopen.
"Wat was er aan de hand?"
"Die mevrouw wilde een nieuwe perzik uitzoeken"
Ik krijg een zure blik.
"Oh, alweer. Ze had net ookal wat."

Voortaan toch maar naar de supermarkt.
Daar blijven de perziken tenminste zoet.

dinsdag 24 september 2013

Nou gewoon....

Wist ik het maar waar...
Terugkomfactor: zeker / misschien / nooit meer


Tevergeefs zoek ik in Deventer naar mijn favoriete textielverfrisser. Procter en Gamble is de fabrikant, vertelt Google mij en ik meld mij bij de telefonische klantenservice: "in welke winkel kan ik het product kopen?"

Drie keer doe ik mijn verhaal: in welke winkel?
Drie keer doorverbonden.

Dan ben ik blijkbaar bij de Febreze-specialist aangeland.

"U bent op zoek naar de Febreze textielverfrisser?"
"Ja inderdaad"
"Een ogenblik"

wachten wachten wachten

"Is het rode verpakking?"
"Nee een witte"
"Een ogenblik"

wachten wachten wachten

"Is het 50 of 250 ml?"
"100 ml"
"Een ogenblik"

wachten wachten wachten

"Ja mevrouw ik heb hem gevonden. Wat was uw vraag nu?"
"Ik wil graag weten in welke winkel ik dit kan kopen.."
"Een ogenblik"

wachten wachten wachten
Gelukkig is het een 0800-nummer

"Ja mevrouw, sorry voor het wachten. Ik moest het even navragen. U kunt Febreze gewoon kopen ... "

Daar komt het lang verwachte antwoord op mijn vraag.

" .....in de winkel."





vrijdag 20 september 2013

Zoeken naar klantenservice.

De HEMA aan de Korte Bisschopstraat
Terugkomfactor: zeker / misschien / nooit meer


De Hema is weer open en dat vieren ze met een sigaar uit eigen doos. Thuis blijkt dat suikerbrood-voor-extra-lage-prijs namelijk toch met de gewone prijs op de kassabon te staan. Zucht…

Ik sta dus wederom bij de nieuwe kassa’s. Hier is namelijk ook de klantenservice staat op het grote bord. De rijen zijn lang, maar toch ga ik er staan. Ik wil graag terugkoppelen wat zo’n foutje doet met mijn klantgevoel. Wellicht staat het verkeerd in de computer en heeft nu heel Deventer een sik van die nieuwe Hema, terwijl ze het zo goed bedoelen.

Het is druk met lange rijen. Ik schuifel naar voren en ben dan eindelijk aan de beurt.

“U staat bij de verkeerde kassa, u moet hiernaast zijn.” Aldus de caissière van rij 1
“Oh?”

Verbaasd kijk ik naar het bord boven de identieke kassa’s.
“Nee u moet bij mij zijn. Ik ben de klantenservice” mengt de caissière van rij 2 zich in de kwestie. “Kijk maar op het bord.”

Nogmaals verbaasd kijk ik nogmaals omhoog. Echt duidelijk is anders.

“U moet hier in de rij gaan staan”.

Caissière 2 wijst naar de lange rij voor haar kassa en gaat door met haar werk: ze helpt mensen die na mij gekomen zijn. Ga ik nu echt weer 6 mensen voor laten gaan om de Hema te helpen?

Zoeken naar 'klantenservice'. Zou het werken?


woensdag 4 september 2013

Een ingekakt feestje

Brocante aan de IJssel
Terugkomfactor: zeker / misschien / nooit meer


Zomerzaterdagen. Brocante dagen aan de IJssel. Heerlijk snuffelen door opvallende snuisterijen. Ik verheug me er de hele dag al op. Het is prachtig weer, dus 'de brocante gaat altijd door' lijkt een overbodige zin op de website, direct onder de openingstijden (van 10u00-17u00). Lijkt..

Het is nog geen 16u00 als ik bij de Lebuïnus aankom, maar de markt lijkt voorbij. Er liggen nog genoeg snuisterijen, maar niet voor lang. Driftig staan de kooplui hun waar in te pakken. Niet één, nee bijna alle kramen doen er aan mee. Bananendozen krijgen meer aandacht dan (potentiële) klanten die er nog voldoende zijn. Ik loop op iets wat een feestje had moeten zijn. Misschien is het het ook geweest, maar nu is het over. Inpakken is als de TL-bakken die een opwindend schoolfeest ruw terugbrengen tot 'de gymzaal'. Waarom toch, waarom toch?

"De Brocante duurt toch tot 17u00?" vraag ik voorzichtig.
"Ja dat klopt"
"Ik vraag het omdat u al aan het inpakken bent" licht ik toe
"Ja mag ik, het is een lange dag" klinkt het bits

Zou het om drie uur nog wél een leuk feestje geweest zijn?

vrijdag 9 augustus 2013

Een onverwachte pinpas

Hunkemöller in de Lange Bisschopstraat
Terugkomfactor: zeker/ misschien / nooit meer


Sale en zomer, wat een heerlijke combinatie als een bikinitopje aan vervanging toe is. Ik sta met mijn pinpas in de aanslag om een zomerse € 5,= af te rekenen voor wat anders ruim het drievoudige moet kosten.

“Heeft u een vaste klantenkaart?”

Dat is waar ook. Die heb ik volgens mij. Ik duik in mijn verzameling pasjes en duikel plichtmatig die van Hunkemöller op. Hoe zat dat ook alweer? Heb ik daar zelf wat aan of is het vooral goed voor de winkel?

“En jawel u staat geregistreerd.”
Het kassatotaal schiet naar € 0,=. Verbaasd staar ik in de ogen van verkoopster.

“U heeft vast de mail ongelezen weggegooid die wij u enkele weken hebben gestuurd.”
“Ik kijk alleen naar de plaatjes of er leuke modelletje zijn beken ik”
“We hebben iedereen 5,= winkeltegoed gegeven om te besteden in de sale. Normaal gesproken moet u dat sparen per € 50,=.”

Ongebruikt kan de gewone pinpas weer terug. Een blije klant verlaat de winkel om zeker terug te komen. Alleen, hoe kom ik met dit soort acties nou toe aan sparen op die klantenkaart?


Over fietsen, stofzuigers en paraplu's in de Kleine Overstraat

De Kleine Overstraat
Terugkomfactor: zeker/ misschien / nooit meer


De ‘Fiets van Sien’ maakt mij altijd direct vrolijk, of ik nu de stad binnenwandel vanachter de Hema, via het pontje Deventer binnenvaar of gewoon bij de Bieb ben aangeland. Altijd valt mijn oog op de zwarte reclamefiets van Ot & Sien. Ze vervolmaken het sfeervolle decor. Dit soort details maken Deventer tot de leukste winkelstad van Nederland.

Loop eens door de Kleine Overstraat richting Brink. Wie kan er chagrijnig blijven bij de aanblik van zoveel kunstige uithangborden? Kronen wijzen naar Koning Willem. Living colours doet zijn naam eer aan met vrolijke kleuren onder een glimmend gouden haan. De roos van Kathmandu. De ‘umbrellas’ waar de Spijkerboogsteeg begint. Straks ook nog de Bonte Klipper en vergeet vooral de stofzuiger-winkelarmen van Hemelse Hebbendingen niet.

Als Restaurant Safak ook nog eens grandioos slaagt voor de kraanwatertest, dan weet de mysteryshopper het zeker. Hij zit op het leukste terras van Deventer.


zaterdag 20 juli 2013

Onbewaakte schatten

Geknipt & Gedrukt voor U in de Kleine Overstraat
Terugkomfactor: zeker/ misschien / nooit meer


Heijermans, Tolstoi, bewerkingen van Toneelgroep De Appel, op mijn zoektocht naar uitgeschreven toneelstukken ben ik op een goudmijn gestoten. Waar? Achterin een muffige –dus echte – boekenkelder. De ingang zat verstopt tussen stellages vol oude boeken. Daar moest ik echt naar beneden, gewoon om te snuffelen.

‘Zoekt u iets speciaals?” klonk het vanuit het trapgat.
“Toneelstukken?” verzuchtte ik. Ernaar dolen is heerlijk, maar vinden doe je ze bijna nooit. Gaat die stem van boven nu mijn hoop de grond in boren?
“Helemaal achterin, na het opstapje in de nis” galmt het naar beneden. En zo vond ik mijn goudmijn. Hebberig vul ik mijn tassen. Die, die en ook die. Wat een keus!

Via de smalle trap wurm ik me – bepakt en bezakt - weer naar de begane grond. De winkel is leeg, op de boeken na. Maar waar kwam die hulpvaardige stem dan vandaan? Verwonderd haal ik mijn eerdere binnenkomst voor de geest. Ook in die herinnering zie ik alleen boeken en geen boekverkoper. Spookt het in deze boekenhemel? Is de winkel eigenlijk wel open? Ben ik niet gewoon een deur ingegaan die afgesloten had moeten zijn? Ben ik dan nu een inbreker? En straks een winkeldief? Want één ding is zeker: die prachtstukken gaan mee naar huis.

Vanuit de etalage aan de andere kant van de straat word ik vriendelijk toegezwaaid: de winkel blijkt uit twee panden te bestaan. Bij het afrekenen vraag ik om een kaartje met naam en adres. Verstrooid zoekt de eigenaar om zich heen, grijpt iets en knipt er resoluut een stuk van af met een grote schaar. “Gedrukt en Geknipt voor u” lees ik. Letterlijk!

Deze bijdrage verscheen in Koekmag, jaargang 2, nummer 3. Kijk http://www.koekmag.nl

maandag 15 juli 2013

Vroeger was alles beter..

Geb & Gaia in Huis Nieuw Rande
Terugkomfactor: zeker/ misschien / nooit meer, voor ons


“Heb je het al gehoord. Nieuw Rande wordt reguliere horeca?” Ik word getipt met het persbericht. Dit klinkt goed. Hoe vaak hebben we niet – al toerfietsend of wandelend – verzucht dat het in Diepenveen ontbeert aan een goede pleisterplaats. Wat prachtig dat nu die prachtige trouwlocatie, onze trouwlocatie Nieuw Rande, deze rol gaat vervullen.

We herbeleven onze dag, de ochtendzon op het statige, okergele gebouw, net iets verhoogd aan het eind van een fris weiland. Het snerpende grind, de in het groen verborgen parkeerplaats. Er lijkt niets veranderd.

We glippen naar binnen via de koetsenpoort. “Weet je nog, hoe we hier met zijn allen trommelden”. “Ja en dat Schokker tot drie keer toe suggereerde ons hier met een koets binnen te laten rijden…”. Mooie momenten in een mooi gebouw.

Via het trapje komen we in het hoofdgebouw. Ook hier lijkt niets veranderd. De statige hoge gang naar de tuinkamer waar elke gast op zijn paasbest geportretteerd werd, de notenhouten receptie, de kroonluchters. Alleen een omhooggetrokken stuk tapijt verraadt de aanwezigheid van een nieuwe wind. Het lijkt bedoeld als kunst.

Mooie momenten in een mooi gebouw. Opgetogen trek ik vrouwlief de Baronessekamer binnen. “Kijk hier hadden we ons eerste gesprek aan die noeste antieke tafel.” De tafel is weg, net als het parket. Of lag er hoogpolig tapijt? Deze kale spaanplaten-vloerdelen waren er in ieder geval niet. We moeten het verder doen met drie verweerde rookstoelen.

De Stratenus-, Duymaer van Twist- en Ijssellandsalon laten zich nog moeilijker herkennen. Weg zijn de buffetkasten, de gordijnen, de magische sfeer. Sloophout kwam er voor in de plaats. In een hoek staan een paar vertrouwde gouden stoelen eenzaam weggestopt. We moeten zitten op kleurig geschilderde ‘vintage’-meubelen aan lage tafels. Je moet niet blijven hangen in het verleden, maar dit doet pijn. Vanuit mijn herinnering vul ik de verkleuring op het behang. Hier hing een groot schilderij. Geen groots werk, maar wel een schilderij dat precies paste bij dit gebouw. Met liefde opgehangen voor mooie momenten in een mooi gebouw.

Het is gezellig druk, maar wij vertrekken. We willen onze herinneringen niet verder doen vervagen. Wij zijn getrouwd in een warm landhuis en niet in een kil kraakpand. Op de Schapenzandweg kijken we nog één keer om. Nieuw Rande staat nog steeds fier overeind op de heuvel. Er lijkt zo niets veranderd. Mooie momenten in een mooi gebouw. Ik koester ze.


vrijdag 12 juli 2013

Het zonnetje van Deventer

D-Reizen aan de Lange Bisschopstraat
Terugkomfactor: zeker/ misschien / nooit meer


Zon, zon, zon, ik snak naar zon. De weekknaller die D-reizen in mijn mailbox knalt geeft de doorslag. Ik ga naar de zon toe en wel nu..

Achterdochtig bestudeer ik de Weekknaller. Vast vreselijke vluchttijden, vast zorgwekkende reviews op Zoover en die lage knalprijs geldt vast alleen op die ene dag dat jij niet kunt of als er daar ook geen zon is…

“Vanaf 13u00 kunt u deze reis boeken…” lees ik. Daarvoor moet ik naar de vakantiewinkel van D-reizen. Op naar de Lange Bisschop dus.

“Oh u gaat daar naar toe? Wat heeeerlijk. Eens even kijken, wanneer wilt u?”

Ruim een kwartier is het tussen haar en de boekingscomputer. Ze moet en zal mij op goede vluchttijden krijgen en ook nog voor een voordelig tarief. De tijd dringt. Ik zie de beschikbaarheid per minuut afnemen. Dit is topsport en vakwerk. De vakvrouw herken je dan ook aan haar gereedschap: haar scherm kan veel meer dan mijn website.

“Kijk, zo dan maar doen?” om vervolgens tevreden verder te gaan. ”Wauw…Het is zo zelfs nóg goedkoper dan de geadverteerde weekknaller. Maar dat normaal gesproken helemaal niet? Ik sta versteld van mezelf. Boft u even mevrouw”

Na zo’n bezoekje is het chagrijn over het slechte weer of verloren gegane service in de hedendaagse winkels al stukken gedaald. Ik ga naar de zon toe, dankzij het zonnetje van D-reizen…

"Ik wens u een hele fijne vakantie en gauw tot ziens!"



maandag 8 juli 2013

Verstikkende aandacht

De ETOS aan de Korte Bisschopstraat
Terugkomfactor: zeker/ misschien / nooit meer


“Zoekt u iets?”
Verschrikt kijk ik op uit mijn gedachten.
“Nee hoor, ik kijk even rond.”, antwoord ik vriendelijk.

“Kan ik u ergens mee helpen?”
“Nee echt niet, ik kijk gewoon even rond”, antwoord ik, dit keer toch net iets minder vriendelijk.
“Zeg het maar hoor als ik u kan helpen.”
Ik stap naar de volgende rij schappen.

“Zoekt u iets?”
“Nee hoor, ik kijk even rond” antwoord ik de volgende medewerkster. Aandacht vanuit de winkelmedewerkers is goed, maar dit is overdreven.
“Kan ik u helpen?”
“Nee hoor, ik kom er wel uit” en voeg daar in gedachten aan toe: “als ik daar tenminste de kans voor krijg…”

“Zoekt u iets?”
Nooit geweten dat er zoveel medewerkers in deze Etos-vestiging rondlopen.
“Zoekt u iets?”
“Zoekt u iets?”
“Zoekt u iets?”
Ik kan de zin niet meer horen. Ik vlucht de winkel uit, zonder iets te kopen.

Ik herpak me op de Brink en keer terug. Daar wordt een nieuwe medewerkster ingewerkt door haar collega: “Je moet ze snel aanspreken, dan stelen ze niet..”


maandag 10 juni 2013

Goede bedoelingen

De Jumbo in De Boreel
Terugkomfactor: zeker/ misschien / nooit meer


Soms bedoel je het als winkel zo goed....

Neem Jumbo. 'Teveel in de rij, dan kassa erbij' is de bedrijfsregel. Je kan er zelfs gratis boodschappen mee verdienen, al weet niemand precies hoe dat werkt.

Enfin. Het is spitsuur bij de Jumbo. Paniekerig blikken bij de kassa's en al twee keer schalde 'Extra kassa, extra kassa' vergeefs door de winkel.

Ondertussen spelen de klanten hun strategiespelletjes: welke rij gaat het snelst, welke gaat straks wellicht open? Waar moet ik dan staan zodat ik kan voordringen? Of doet u daar niet aan?

Helaas, een extra kassa lijkt niet te lukken. Wat doe je dan als Jumbo? Dan schakel je de noodtroepen in: de servicebalie bij de ingang. Als de mandjes-mensen nu daar gaan afrekenen, neemt de kassadruk wellicht af. Gauw worden de caissières geïnstrueerd via de kassatelefoon. Stuur je mandjes uit je rij. Alle mandjes naar de servicebalie.. Nu, snel...

Ook mijn caissière neemt direct actie. 'Wilt u bij de servicebalie gaan afrekenen, mijnheer." Ze kiest mij, want eerlijk is eerlijk: ik ben immers de eerste mandjesklant in haar nog steeds lange rij. Of beter gezegd: wás de eerste mandjesklant in haar rij. Ik heb geen mandje meer. Mijn boodschappen liggen al op de band, helemaal vooraan. Zelfs het balkje is al weggelegd.

Ik weiger.

Onbegrijpend, verschrikt bijna, kijkt de caissière me aan. Dan geeft ze het wisselgeld aan de klant voor me en begint ze te scannen. In no-time ben ik afgerekend en ingepakt.

Ik bots alleen nog tegen de 'gelukkigen' uit andere rijen die op weg zijn naar de servicebalie, om sneller te worden geholpen..


vrijdag 7 juni 2013

mag het ietsjes meer zijn?

De Zuivelhoeve aan de Korte Bisschopstraat
Terugkomfactor: zeker/ misschien / nooit meer


Mag het ietsjes meer zijn? De aloude truc van de marktkoopman om zijn omzet te verhogen. Natuurlijk mag het ietsjes meer zijn, als hij daar beleefd om vraagt.

Deze week winkelde ik bij De Zuivelhoeve, de nieuwe noten-olijven-kaas-slijterij van Deventer. Een winkel vol heerlijkheden die concurreert met wel drie marktkramen op de zaterdagmarkt tegelijk.

"Mag ik 100 gr van deze noten?"

Ze zien er zo lekker uit dat ik het stevige prijskaartje voor lief neem. De geitenkaas is in de aanbieding. Ook hier een prijs per 100 gram. "Is dit een stuk van 100 gr?" "Nee, dit is veeeeel meer. Ik denk wel 150 gr." Na weging komt het antwoord: ruim 135 gr. Is dat okay? Ja. Ach, zo'n aanbieding mag best een beetje meer zijn, denk ik. Nog een Frans kaasje en dan afrekenen.

Al die heerlijkheden kosten toch meer dan verwacht.
Thuis bekijk ik de bon. Ik heb 138 gram van die dure noten gekocht.

Ongevraagd ietsjes meer, dan smaken dure nootjes toch anders..



vrijdag 5 april 2013

Time flies when you are having fun

Mevrouw Noot de Broederenstraat
Terugkomfactor: zeker / misschien / nooit meer


Saaie dingen duren en duren, leuke dingen vliegen voorbij. Ik slenter door de Broederenstraat en de lekkere geuren trekken me bij Mevrouw Noot naar binnen. Een groet met herkenning: “en, wat vond je man van de notenmix?”

Ook nu weer ontdek ik weer nieuwe heerlijkheden en mag ik alles proeven.

“Hier deze is ook heel lekker."
“Dit is met wasape, beetje scherp dat wel."
“En deze?”

“Mmmm, ja doe daar ook maar een zakje van.”

“Deze is gerookt, echt iets voor je man.”

Voldaan en met tegenzin worstel ik me los uit de heerlijkheden en de warme aandacht van mevrouw Noot: “Proef deze eens, je hebt al afgerekend, dus het is veilig.”

Hoe laat is het eigenlijk? Deventer-centrum heeft de openbare klokken afgeschaft. Wie zonder horloge of telefoon rondloopt, is teruggeworpen op de kassabon. Nu die van mevrouw Noot dus. 14u17 al? Maar..., ik moet nog een was draaien, en opruimen. Straks komt Ilse langs...

In lichte paniek haast ik me de stad uit. Waar is de tijd gebleven?

Thuis wacht het antwoord: Mevrouw Noot leeft al in zomertijd.



zondag 3 maart 2013

De Grote Overstraat
Terugkomfactor: zeker / misschien / nooit meer / Niet op koopavond

Omstreeks acht uur slenter ik de Overstraten in. Eerst de kleine en dan via het poortje naar de grote broer. Het is er rustig. Te rustig misschien wel.

"Het is toch koopavond vandaag, mijnheer?
Het is hier zo doods met allemaal gesloten winkels."

Een echtpaar spreekt me aan. Ze komen uit Apeldoorn. Ook zij kunnen genieten van zo'n typische donderdagavond: na de maaltijd op je gemak de stad in. Geen gehaast na het werk en stukken rustiger dan op zaterdag. Heerlijk!

Maar dan moeten de winkels wel open zijn. Het echtpaar heeft gelijk. Omstreeks 20u00 zijn in de Grote Overstraat al behoorlijk wat winkels gesloten. Kom je daarom speciaal naar Deventer? De winkelier die wel open is, beaamt. Het gebeurt steeds vaker dat winkels niet meedoen met koopavond, of de deuren eerder dichtdoen. Soms dus al een uur voor sluitingstijd.

Teleurgesteld slenter ik naar huis. Het internet is gelukkig nog wel open. Ik lees een pleidooi om winkelen aantrekkelijker te maken. De winkelsluitingswet is immers verruimd. Daar moet Deventer wat mee. Maar volgens mij ben ik als klant helemaal niet geholpen met een ruimere sluitingswet. Ik wil een strengere openingswet!

vrijdag 1 februari 2013

In de rij....

De weggeefwinkel aan de Smedenstraat
Terugkomfactor: zeker / misschien / nooit meer

De weggeefwinkel is een soort gratis kringloopwinkel; een magazijn met elders overbodig geraakte spullen op zoek naar een nieuw leven. Je kunt het gewoon meenemen, op donderdagavond vanaf 16u00. Dat de weggeefwinkel, WGGF voor intimi, in een klantbehoefte voorziet bewijst de rij van 30 mensen die voor de deuren staan te wachten. De WGGF kan zich meten met media-gehypte events als de lancering van de nieuwe iPad om 24u00 's nachts. De WGGF heeft het luxe-probleem van overpopulariteit. Om doldwazedagen-taferelen te voorkomen geldt een maximaal aantal aanwezigen in de winkel. De rest wacht op zijn of haar beurt.

Wie komt 'weggeven', mag de rij passeren. Ik wordt keurig bedankt en mijn bijdragen krijgen direct een prominente plek in de winkel. Bewonderend kijk ik naar dit werk van de etaleur. Mijn oog valt op een leuke bloempot. Thuis heb ik er precies zo één. Een setje is helemaal top. Mag ik? Nee. De baliemedewerkster annex portier bewaakt de eerlijke kansen van iedereen. Maximaal 5 dingen per bezoek, als iemand het pand verlaat mag de volgende klant erin en bovenal: achteraan aansluiten.

Ik schik me in deze rechtvaardigheid. Het is zelfs gezellig in de rij. Een volgeladen auto parkeert. Een volledige rij strekt zijn nek verlekkerd uit: wat voor nuttigs komt daar aan? Lampen, boeken, stoelen staan inmiddels op de stoep en dan volgt een metalen computerbureautje op zwenkwielen. Ik ben inmiddels opgeschoven tot halverwege. Achter mij klinkt een kreet in een vreemde taal. De 'brenger' lijkt de taal te begrijpen. Wij niet, maar de hele rij snapt wel waar de dialoog die erop volgt overgaat, ondanks die vreemde taal. Hier wordt een deal gemaakt, met dat mooie computerbureautje op zwenkwielen als inzet.

Het bureautje wordt opzij gezet, maar dan hebben ze niet op de baliemedewerkster annex portier gerekend: "Ho ho, dat gaat niet gebeuren. Dat bureau gaat eerst de winkel in. Iedereen gelijke kansen.". Dat de aspirant-'koper' daar heel anders over denkt is non-verbaal overduidelijk, maar de kordaatheid van de baliemedewerkster wint. Met een schouderophaal geeft de 'gever' zich gewonnen en duwt het bureautje de andere kant op. Het mokkend gezicht van de aspirant-'koper' gaat direct over in een hulpvaardige blik. Hij haast zich naar voren om 'zijn' bureautje te helpen duwen. Volkomen overbodig duwt hij mee tot in de winkel. Als ze nu even niet opletten, dan...

Maar de medewerkers van de WGGF laten niet met zich sollen. "Zo, en nu weer heel snel naar je plek in de rij".

Vanuit zijn rechtmatige plek, houdt de aspirant-'koper' de deur angstvallig in de gaten. Er gaat toch nog niemand met dat bureautje op de loop? Het nodigt uit tot een quasi-nochalante opmerking: 'ik denk dat dat bureautje wel wat voor mij is, gelukkig ben ik eerder aan de beurt'. De opmerking zelf werd niet door de 'koper' verstaan, maar gezien zijn bedremmelde blik werd de schaterlach van de voltallige rij wel degelijk begrepen.

Als ik later door de Smedenstraat terug naar huis fiets staan er nog steeds een rij voor de WGGF-winkel. Met 'mijn' bloempot zit in mijn fietstas, passeer ik een man die een metalen computerbureautje op zwenkwielen voortduwt. Ja inderdaad, hij is het. Het is allemaal goed gekomen.



maandag 28 januari 2013

Een centenkwestie

Kruidvat aan de Boxbergerweg
Terugkomfactor: zeker / misschien / nooit meer


Terug van vakantie is mijn portomonnee zwaar van de muntjes. Elders in Europa is de cent nog volop in gebruik en, niet gewend ze uit te geven, bouw je zo een behoorlijke verzameling op.

"Eén tube tandpasta. Dat is dan Eur 3,45"
"Ik heb het gepast. Hier is 3,44". Ik tel de vier centen uit.
"Maar dát kan niet. Wij accepteren geen centen"
"Maar het is toch gewoon een wettig betaalmiddel?"
"Wij mogen van de wet prijzen afronden"
"Nee, dat mag u niet. U bent alleen niet verplicht centen als wisselgeld terug te geven"
"Een ogenblik"

De bedrijfleidster wordt erbij gehaald. De rij achter mij groeit
"Mevrouw wil 3,44 betalen in plaats van 3,45"
"Wij accepteren geen centen"
"Dan moet u een bordje ophangen"

De rij achter mij groeit aan
"Nergens accepteren ze centen"
"Dat is niet waar"

De rij achter mij groeit verder
"Bij de Action kunt u ook niet met centen betalen"
"Daar hangt een bordje"
"Nou, ik wil voor die ene cent niet moeilijk doen, dus voor deze ene keer"

Terugkijkend op deze blog komt toch de vraag op, wat zou het Kruidvat doen als ze wél moeilijk doet?