dinsdag 28 augustus 2012

Met een strik

Parfumerie Douglas aan de Lange Bisschopstraat
Terugkomfactor: zeer zeker / misschien / nooit meer

Uit de koopjesbak ‘allerlaatste restanten’ zoek ik een smoezelig exemplaar, een spuitbus met inmiddels smoezelige stickers en nog wat ongedefinieerde vettigheid. Nog maar € 2,=. Gewoon even testen op vergeten service… “Kunt u het inpakken, het is een cadeautje?”

“Ja zeker wel!”. Met gevaar eigen leven (=haar keurig gelakte nagels) wordt de spuitbus ontdaan van stickers en viezigheid. Er wordt gepoetst en geboend. Een fraaie zilveren sticker of een krasje en vervolgens alles in cellofaan met twee kleurig slierten, waar met de schaar nog feestelijke krullen worden gemaakt. De verkoopster heeft de tijd, alsof er helemaal geen rij vol andere klanten met overduidelijk stuk duurdere producten zich aan het vormen is.

“Alstublieft! Is het zo goed?” En na het afrekenen: “u bent met zijn tweeën toch?”. Voor hem en voor haar ieder nog een proef-flacon met een lekker geurtje. Vergeten service = Doe eens wat extra’s. Douglas begrijpt het.

En het ingepakte "cadeautje". Daar ga ik op mijn beurt iemand heel blij mee maken.

Zonnesteek

Lugo Zonwering aan de Hannoverstraat
Terugkomfactor: zeker / misschien / nooit meer

Naar runshoppingcentrum, per fiets, want Lugo heeft de Boxbergerweg (loopafstand) al weer tijden verlaten. Wind en tijd heeft de geleiders van de zonneschermen doen breken en ik ben dus op zoek naar een paar nieuwe plastic ‘dingetjes’.

Vrijdag: 22 graden
“Er is nu niemand en ook het hoofdkantoor is dicht. We zijn eigenlijk dicht.” meldt het meisje dat in een donkere winkel de honneurs achter de balie waarneemt. Ze snapt wat ik zoek, haar collega die dinsdag terug is zal het regelen. Het zal worden opgestuurd. Ze werkt zelfs de computer bij.

Donderdag: 26 graden
Voicemail ingesproken. Of het wel doorgekomen is? Het is eindelijk zomer en dan zitten wij zonder scherm. Lugo belt terug. Ze hebben geen grijze, wel witte. Een blik op de weervoorspelling geeft de doorslag. Nood breekt wet. Doe die witte maar.
Wijs geworden door eerdere ervaringen bij anderen: “zijn er nog kosten aan verbonden?”.

“Ja, u betaalt natuurlijk de verzendkosten”
“Is dat niet een beetje vreemde reactie aan een klant die tevergeefs helemaal naar uw winkel kwam fietsen. We hebben van te voren gekeken of u open was op internet”
“Op onze website staat dat we dicht waren. Wacht even…”
-wacht-
“Ja, hier heb ik het” klinkt het bijna triomfantelijk: “van maandag tot en met donderdag zijn we gesloten”
“We kwamen vrijdag.”
-stilte-
“Dan laat ik het wel via het hoofdkantoor lopen, dan betaalt u geen verzendkosten”

De volgende donderdag: 31 graden
Voicemail ingesproken. Dat we aan het smelten zijn. Is er wellicht iets misgegaan?
Lugo belt terug. Ja, het hoofdkantoor had ze niet op voorraad, maar wat blijkt: hier in Deventer liggen ze wel. Hij is vanavond bij ons in de buurt. Kan hij het langsbrengen?

“Prachtig. Het past neem ik aan door de brievenbus?”
“Ja zeker, alleen…euh even zoeken..”
-wacht-
“Nee, ik kan hier geen envelop vinden..”
-wacht-
“Oh ja, ik kan het ook gewoon in het zakje door de brievenbus duwen.”

Gelukkig is de zomer nog niet voorbij. ’s Avonds kan de mysteryshopper inderdaad aan het monteren. Zonder rekening. Je moet even geduld hebben, maar dan krijg je ook service.

Ieder zijn vak

Circulus, afvalophaler te Deventer
Terugkomfactor: zeker / misschien / nooit meer

Ik heb tegenwoordig zo’n ondergrondse vuilcontainer voor de deur. Wekelijks trekt een grote kraan de imposante bak omhoog, stort de inhoud in de vuilniswagen en weet het gevaarte weer in zijn vierkante gat te krijgen: ongetwijfeld een puik precisiewerkje, zeker als de kolos gaat draaien aan zijn tuigjes. Ik zou het niet kunnen. Ieder zijn vak!

Twee weken geleden draaide het tuigje niet zoals gewild. De bak staat gedraaid met de toevoerklep richting straat. Wie nu zijn zakje afval wil dumpen, kan niet anders dan op de smalle straat staan. Getoeter, files, bijna-ongelukken zijn het gevolg. Met zo’n pasjes-protocol ben je nu eenmaal een tijdje bezig en op het verkeer letten is dan al helemaal onmogelijk. De hele buurt huivert bij de gedachte zijn of haar afval weg te brengen, maar ja: wat moet je anders.

En Circulus? Die heeft zijn draai weer hervonden. Puik en precies wordt de geleegde container teruggeplaatst op precies dezelfde, gevaarlijke, manier als ze hem aantroffen. Knap he? Ieder zijn vak!

“De container staat verkeerd, er zijn al twee mensen aangereden”. Soms moet je iets overdrijven om een instantie in beweging te krijgen. Binnen vijf minuten is er iemand ter plekke. De container is gedraaid. Er wordt teruggebeld:

“We hebben direct actie ondernomen!”
“Mooi en wat gaat u doen aan die ongevallen?”
“Die aanrijdingen? Nee, daar doen we niets mee”

Ieder zijn vak?