vrijdag 1 februari 2013

In de rij....

De weggeefwinkel aan de Smedenstraat
Terugkomfactor: zeker / misschien / nooit meer

De weggeefwinkel is een soort gratis kringloopwinkel; een magazijn met elders overbodig geraakte spullen op zoek naar een nieuw leven. Je kunt het gewoon meenemen, op donderdagavond vanaf 16u00. Dat de weggeefwinkel, WGGF voor intimi, in een klantbehoefte voorziet bewijst de rij van 30 mensen die voor de deuren staan te wachten. De WGGF kan zich meten met media-gehypte events als de lancering van de nieuwe iPad om 24u00 's nachts. De WGGF heeft het luxe-probleem van overpopulariteit. Om doldwazedagen-taferelen te voorkomen geldt een maximaal aantal aanwezigen in de winkel. De rest wacht op zijn of haar beurt.

Wie komt 'weggeven', mag de rij passeren. Ik wordt keurig bedankt en mijn bijdragen krijgen direct een prominente plek in de winkel. Bewonderend kijk ik naar dit werk van de etaleur. Mijn oog valt op een leuke bloempot. Thuis heb ik er precies zo één. Een setje is helemaal top. Mag ik? Nee. De baliemedewerkster annex portier bewaakt de eerlijke kansen van iedereen. Maximaal 5 dingen per bezoek, als iemand het pand verlaat mag de volgende klant erin en bovenal: achteraan aansluiten.

Ik schik me in deze rechtvaardigheid. Het is zelfs gezellig in de rij. Een volgeladen auto parkeert. Een volledige rij strekt zijn nek verlekkerd uit: wat voor nuttigs komt daar aan? Lampen, boeken, stoelen staan inmiddels op de stoep en dan volgt een metalen computerbureautje op zwenkwielen. Ik ben inmiddels opgeschoven tot halverwege. Achter mij klinkt een kreet in een vreemde taal. De 'brenger' lijkt de taal te begrijpen. Wij niet, maar de hele rij snapt wel waar de dialoog die erop volgt overgaat, ondanks die vreemde taal. Hier wordt een deal gemaakt, met dat mooie computerbureautje op zwenkwielen als inzet.

Het bureautje wordt opzij gezet, maar dan hebben ze niet op de baliemedewerkster annex portier gerekend: "Ho ho, dat gaat niet gebeuren. Dat bureau gaat eerst de winkel in. Iedereen gelijke kansen.". Dat de aspirant-'koper' daar heel anders over denkt is non-verbaal overduidelijk, maar de kordaatheid van de baliemedewerkster wint. Met een schouderophaal geeft de 'gever' zich gewonnen en duwt het bureautje de andere kant op. Het mokkend gezicht van de aspirant-'koper' gaat direct over in een hulpvaardige blik. Hij haast zich naar voren om 'zijn' bureautje te helpen duwen. Volkomen overbodig duwt hij mee tot in de winkel. Als ze nu even niet opletten, dan...

Maar de medewerkers van de WGGF laten niet met zich sollen. "Zo, en nu weer heel snel naar je plek in de rij".

Vanuit zijn rechtmatige plek, houdt de aspirant-'koper' de deur angstvallig in de gaten. Er gaat toch nog niemand met dat bureautje op de loop? Het nodigt uit tot een quasi-nochalante opmerking: 'ik denk dat dat bureautje wel wat voor mij is, gelukkig ben ik eerder aan de beurt'. De opmerking zelf werd niet door de 'koper' verstaan, maar gezien zijn bedremmelde blik werd de schaterlach van de voltallige rij wel degelijk begrepen.

Als ik later door de Smedenstraat terug naar huis fiets staan er nog steeds een rij voor de WGGF-winkel. Met 'mijn' bloempot zit in mijn fietstas, passeer ik een man die een metalen computerbureautje op zwenkwielen voortduwt. Ja inderdaad, hij is het. Het is allemaal goed gekomen.