zaterdag 20 juli 2013

Onbewaakte schatten

Geknipt & Gedrukt voor U in de Kleine Overstraat
Terugkomfactor: zeker/ misschien / nooit meer


Heijermans, Tolstoi, bewerkingen van Toneelgroep De Appel, op mijn zoektocht naar uitgeschreven toneelstukken ben ik op een goudmijn gestoten. Waar? Achterin een muffige –dus echte – boekenkelder. De ingang zat verstopt tussen stellages vol oude boeken. Daar moest ik echt naar beneden, gewoon om te snuffelen.

‘Zoekt u iets speciaals?” klonk het vanuit het trapgat.
“Toneelstukken?” verzuchtte ik. Ernaar dolen is heerlijk, maar vinden doe je ze bijna nooit. Gaat die stem van boven nu mijn hoop de grond in boren?
“Helemaal achterin, na het opstapje in de nis” galmt het naar beneden. En zo vond ik mijn goudmijn. Hebberig vul ik mijn tassen. Die, die en ook die. Wat een keus!

Via de smalle trap wurm ik me – bepakt en bezakt - weer naar de begane grond. De winkel is leeg, op de boeken na. Maar waar kwam die hulpvaardige stem dan vandaan? Verwonderd haal ik mijn eerdere binnenkomst voor de geest. Ook in die herinnering zie ik alleen boeken en geen boekverkoper. Spookt het in deze boekenhemel? Is de winkel eigenlijk wel open? Ben ik niet gewoon een deur ingegaan die afgesloten had moeten zijn? Ben ik dan nu een inbreker? En straks een winkeldief? Want één ding is zeker: die prachtstukken gaan mee naar huis.

Vanuit de etalage aan de andere kant van de straat word ik vriendelijk toegezwaaid: de winkel blijkt uit twee panden te bestaan. Bij het afrekenen vraag ik om een kaartje met naam en adres. Verstrooid zoekt de eigenaar om zich heen, grijpt iets en knipt er resoluut een stuk van af met een grote schaar. “Gedrukt en Geknipt voor u” lees ik. Letterlijk!

Deze bijdrage verscheen in Koekmag, jaargang 2, nummer 3. Kijk http://www.koekmag.nl

maandag 15 juli 2013

Vroeger was alles beter..

Geb & Gaia in Huis Nieuw Rande
Terugkomfactor: zeker/ misschien / nooit meer, voor ons


“Heb je het al gehoord. Nieuw Rande wordt reguliere horeca?” Ik word getipt met het persbericht. Dit klinkt goed. Hoe vaak hebben we niet – al toerfietsend of wandelend – verzucht dat het in Diepenveen ontbeert aan een goede pleisterplaats. Wat prachtig dat nu die prachtige trouwlocatie, onze trouwlocatie Nieuw Rande, deze rol gaat vervullen.

We herbeleven onze dag, de ochtendzon op het statige, okergele gebouw, net iets verhoogd aan het eind van een fris weiland. Het snerpende grind, de in het groen verborgen parkeerplaats. Er lijkt niets veranderd.

We glippen naar binnen via de koetsenpoort. “Weet je nog, hoe we hier met zijn allen trommelden”. “Ja en dat Schokker tot drie keer toe suggereerde ons hier met een koets binnen te laten rijden…”. Mooie momenten in een mooi gebouw.

Via het trapje komen we in het hoofdgebouw. Ook hier lijkt niets veranderd. De statige hoge gang naar de tuinkamer waar elke gast op zijn paasbest geportretteerd werd, de notenhouten receptie, de kroonluchters. Alleen een omhooggetrokken stuk tapijt verraadt de aanwezigheid van een nieuwe wind. Het lijkt bedoeld als kunst.

Mooie momenten in een mooi gebouw. Opgetogen trek ik vrouwlief de Baronessekamer binnen. “Kijk hier hadden we ons eerste gesprek aan die noeste antieke tafel.” De tafel is weg, net als het parket. Of lag er hoogpolig tapijt? Deze kale spaanplaten-vloerdelen waren er in ieder geval niet. We moeten het verder doen met drie verweerde rookstoelen.

De Stratenus-, Duymaer van Twist- en Ijssellandsalon laten zich nog moeilijker herkennen. Weg zijn de buffetkasten, de gordijnen, de magische sfeer. Sloophout kwam er voor in de plaats. In een hoek staan een paar vertrouwde gouden stoelen eenzaam weggestopt. We moeten zitten op kleurig geschilderde ‘vintage’-meubelen aan lage tafels. Je moet niet blijven hangen in het verleden, maar dit doet pijn. Vanuit mijn herinnering vul ik de verkleuring op het behang. Hier hing een groot schilderij. Geen groots werk, maar wel een schilderij dat precies paste bij dit gebouw. Met liefde opgehangen voor mooie momenten in een mooi gebouw.

Het is gezellig druk, maar wij vertrekken. We willen onze herinneringen niet verder doen vervagen. Wij zijn getrouwd in een warm landhuis en niet in een kil kraakpand. Op de Schapenzandweg kijken we nog één keer om. Nieuw Rande staat nog steeds fier overeind op de heuvel. Er lijkt zo niets veranderd. Mooie momenten in een mooi gebouw. Ik koester ze.


vrijdag 12 juli 2013

Het zonnetje van Deventer

D-Reizen aan de Lange Bisschopstraat
Terugkomfactor: zeker/ misschien / nooit meer


Zon, zon, zon, ik snak naar zon. De weekknaller die D-reizen in mijn mailbox knalt geeft de doorslag. Ik ga naar de zon toe en wel nu..

Achterdochtig bestudeer ik de Weekknaller. Vast vreselijke vluchttijden, vast zorgwekkende reviews op Zoover en die lage knalprijs geldt vast alleen op die ene dag dat jij niet kunt of als er daar ook geen zon is…

“Vanaf 13u00 kunt u deze reis boeken…” lees ik. Daarvoor moet ik naar de vakantiewinkel van D-reizen. Op naar de Lange Bisschop dus.

“Oh u gaat daar naar toe? Wat heeeerlijk. Eens even kijken, wanneer wilt u?”

Ruim een kwartier is het tussen haar en de boekingscomputer. Ze moet en zal mij op goede vluchttijden krijgen en ook nog voor een voordelig tarief. De tijd dringt. Ik zie de beschikbaarheid per minuut afnemen. Dit is topsport en vakwerk. De vakvrouw herken je dan ook aan haar gereedschap: haar scherm kan veel meer dan mijn website.

“Kijk, zo dan maar doen?” om vervolgens tevreden verder te gaan. ”Wauw…Het is zo zelfs nóg goedkoper dan de geadverteerde weekknaller. Maar dat normaal gesproken helemaal niet? Ik sta versteld van mezelf. Boft u even mevrouw”

Na zo’n bezoekje is het chagrijn over het slechte weer of verloren gegane service in de hedendaagse winkels al stukken gedaald. Ik ga naar de zon toe, dankzij het zonnetje van D-reizen…

"Ik wens u een hele fijne vakantie en gauw tot ziens!"



maandag 8 juli 2013

Verstikkende aandacht

De ETOS aan de Korte Bisschopstraat
Terugkomfactor: zeker/ misschien / nooit meer


“Zoekt u iets?”
Verschrikt kijk ik op uit mijn gedachten.
“Nee hoor, ik kijk even rond.”, antwoord ik vriendelijk.

“Kan ik u ergens mee helpen?”
“Nee echt niet, ik kijk gewoon even rond”, antwoord ik, dit keer toch net iets minder vriendelijk.
“Zeg het maar hoor als ik u kan helpen.”
Ik stap naar de volgende rij schappen.

“Zoekt u iets?”
“Nee hoor, ik kijk even rond” antwoord ik de volgende medewerkster. Aandacht vanuit de winkelmedewerkers is goed, maar dit is overdreven.
“Kan ik u helpen?”
“Nee hoor, ik kom er wel uit” en voeg daar in gedachten aan toe: “als ik daar tenminste de kans voor krijg…”

“Zoekt u iets?”
Nooit geweten dat er zoveel medewerkers in deze Etos-vestiging rondlopen.
“Zoekt u iets?”
“Zoekt u iets?”
“Zoekt u iets?”
Ik kan de zin niet meer horen. Ik vlucht de winkel uit, zonder iets te kopen.

Ik herpak me op de Brink en keer terug. Daar wordt een nieuwe medewerkster ingewerkt door haar collega: “Je moet ze snel aanspreken, dan stelen ze niet..”