zaterdag 24 november 2012

Verkoopster zonder naam

V&D aan de Brink
Terugkomfactor: zeker / misschien / nooit meer

Voor een akkefietje met de rits van mijn nieuwe winterjas meld ik mij bij de mevrouw van de klantenservice. “Dat gaan wij repareren voor gereduceerd tarief.” oordeelt zij kordaat. Haar toon is streng, doch rechtvaardig. “Ook voor een jas die nog geen week gedragen is?” “Ja, deze komt uit de collectie van vorig jaar en dan gelden deze regels. Het duur ongeveer 3 weken.”, dit keer vooral streng.

Met de kou voor de deur, wil ik me eerst oriënteren op snellere alternatieven.

“Mag ik uw naam, dan kom ik er morgen op terug”
“Nee”
“Nee?”
“Nee! Dat is nergens voor nodig”
“Ik vind het wel fijn dat ik kan vragen naar degene die mij deze toezegging doet”
"Wij hebben slechte ervaringen met het noemen van een naam”
“Mag ik echt uw naam niet?”
“Nee!”

De volgende dag meld ik me bij de klantenservice.

“Met wie heeft u dit afgesproken?”
“Met een collega die haar naam niet wilde zeggen”
“Ik weet niets van een gereduceerd tarief”
“De collega-die-haar-naam-niet-wilde-zeggen zei dat het geen probleem was”
“En u weet echt niet met wie u dit heeft afgesproken?”
“De collega-die-haar-naam-niet-wilde-zeggen zei dat ‘afdeling mode’ voldoende was”
“Oh..maar dan weet ik het”

De intercom klinkt:
"Mevrouw jansen, klantenservice a.u.b., Klantenservice, Mevrouw jansen”

En kijk daar komt de verkoopster-zonder-naam aangelopen.
“Dag mevrouw Jansen*”


*Omwille van de gerapporteerde slechte ervaringen is niet de echte naam gebruikt.

dinsdag 6 november 2012

Oprechte interesse, complimenten en aandacht

LENS Opticiens in de Broederenstraat
Terugkomfactor: zeker / misschien / nooit meer

We komen graag bij Lens Deventer. Altijd vrolijk en hulpvaardig. Gemaakte foutjes worden snel en zonder gedoe opgelost en hoe vaak we er ook voor komen en hoe druk het ook is: we verlaten altijd met goed gestelde, gepoetste brillen het pand.

“U heeft een smal gezicht zie ik, dus dan past deze veel beter bij u.”

We staan perplex. Dit is de eerste bril die we niet direct proestend van het lachen afzetten. En we hadden al heel wat brillen opgehad, hier en in andere brillenzaken. Het liefst oriënteren we ons eerst zelf, maar na dit plotse bewijs van deskundigheid en vriendelijkheid geven we ons over. Dat de huidige brillenmode ons niet past verandert daar natuurlijk niet door, maar haar energie houdt ons aan de zoek.

“Hij moet niet afzakken, ik heb nog een bril thuis en die draag ik daarom niet meer”
“U kunt hem altijd even langsbrengen om af te laten stellen”
“Ja, dat weten we, maar het lukt gewoon niet goed”
“Wat? Maar dát kan niet.”
“Misschien is het gewoon een verkeerd model..”
“Niets mee te maken, dat móéten we oplossen”

En passant hebben we ineens dé bril gevonden. “Wauw, die zit echt leuk”

Na de routineus ingeroosterde oogmeting, loopt de opticien nog even mee naar boven: ook zij wil namelijk graag zien welke bril er is uitgezocht. Ze lijkt er even zeer mee in haar nopjes als wij.

En zo gaan we tevreden de deur uit met niet één, maar twee bestelde brillen. Één voor hem en één voor haar. Waarom?

Hierom:

“Je kunt wel zien dat jullie gek op elkaar zijn”
“Jullie zijn écht een leuk stel!”
“Uw vriend of man heeft alle gegevens al doorgegeven”, “Hij is mijn man”, “Gefeliciteerd!”

En nog veel meer oprechte interesse, complimentjes en aandacht.
Zo werkt vergeten service.